Suzuki - violin school - PIANO

Methode deel 2 van Shinichi Suzuki voor viool (versie met pianobegeleiding)

Titel :

• Chorus from "Judas Maccabaeus"/Choeur de Judas Maccabaeus/Chorus aus "Judas Maccabaeus"/Coral de Judas Macabeo (G.F. Handel)
• Musette (J.S. Bach)
• Hunters'Chorus/Le choeur des chasseurs/Jägerchor/Coro de los cazadores (C.M. von Weber)
• Long, long ago/Il y a très, très longtemps/Lang, lang ist's her/Hace mucho, mucho tiempo (T.H. Bayly)
• Waltz/Valse/Walzer/Vals (J. Brahms)
• Bourrée (G.F. Handel)
• The two grenadiers/Les deux grenadiers/"Die zwei Grenadiere"/Tema de "Los dos granaderos" (R. Schumann)
• Theme from "Witches' Dance"/Danse des sorcières/Thema aus "Hexentanz"/Tema de "Danza de Brujas" (N. Paganini)
• Gavotte from "Mignon"/Gavotte de Mignon/Gavotte aus "Mignon"/Gavota de Mignon (A. Thomas)
• Gavotte/Gavotte/Gavota (J.B. Lully)
• Minuet in G/Menuet en sol/Menuett in G/Minueto en sol (L. van Beethoven)
• Minuet/Menuett/Minueto (L. Boccherini)

De Suzukimethode is een manier om muziek aan te leren.

Deze methode is in het midden van de 20e eeuw in Japan ontwikkeld door Shinichi Suzuki. Hij merkte op dat kinderen hun moedertaal erg vlug aanleren, met weinig kans op mislukking, door dagelijkse herhalingen en oefening. Op een vergelijkbare wijze probeerde hij ook muziek aan te leren. Zijn methode, die hij talent education noemde, berust op dit principe van natuurlijk leren. De methode benadrukt de belevenis van muziek op jonge leeftijd.

De belangrijkste onderdelen van deze leermethode zijn:

• Jong beginnen (vanaf 3 jaar).
• Veelvuldig naar muziek luisteren.
• Leren te spelen alvorens muzieknotatie te leren lezen (moedertaalmethode).
• Betrokkenheid van de ouder(s) bij de studerende kinderen.
• Een vast kernrepertoire: naast volksdeuntjes vooral stukken van Duitse barokmeesters.
• Combinatie van individuele les en groepsles.

Deze methode kan in principe op elk instrument worden aangeleerd, maar is het populairst op strijkinstrumenten (viool, altviool, cello). Andere instrumenten waarvoor Suzuki-onderwijs gevolgd kan worden, zijn dwarsfluit, piano, gitaar en blokfluit.

Een opleiding tot Suzuki viooldocent kan in Nederland worden gevolgd bij de Stichting Accademia Filarmonica te Utrecht.

Methode deel 3 van Shinichi Suzuki voor viool (met pianobegeleiding)

De Suzukimethode is een manier om muziek aan te leren.

Deze methode is in het midden van de 20e eeuw in Japan ontwikkeld door Shinichi Suzuki. Hij merkte op dat kinderen hun moedertaal erg vlug aanleren, met weinig kans op mislukking, door dagelijkse herhalingen en oefening. Op een vergelijkbare wijze probeerde hij ook muziek aan te leren. Zijn methode, die hij talent education noemde, berust op dit principe van natuurlijk leren. De methode benadrukt de belevenis van muziek op jonge leeftijd.

De belangrijkste onderdelen van deze leermethode zijn:

• Jong beginnen (vanaf 3 jaar).
• Veelvuldig naar muziek luisteren.
• Leren te spelen alvorens muzieknotatie te leren lezen (moedertaalmethode).
• Betrokkenheid van de ouder(s) bij de studerende kinderen.
• Een vast kernrepertoire: naast volksdeuntjes vooral stukken van Duitse barokmeesters.
• Combinatie van individuele les en groepsles.

Deze methode kan in principe op elk instrument worden aangeleerd, maar is het populairst op strijkinstrumenten (viool, altviool, cello). Andere instrumenten waarvoor Suzuki-onderwijs gevolgd kan worden, zijn dwarsfluit, piano, gitaar en blokfluit.

Een opleiding tot Suzuki viooldocent kan in Nederland worden gevolgd bij de Stichting Accademia Filarmonica te Utrecht.

Titel :

• Gavotte/Gavota (P. Martini)
• Minuet/Menuet/Menuett/Minuetto (J.S. Bach)
• Gavotte in g minor/Gavotte en sol mineur/Gavotte in g-moll/Gavota en sol menor (J.S. Bach)
• Humoresque/Humoreske (A. Dvorak)
• Gavotte/Gavota (Jean Becker)
• Gavotte in D major/Gavotte en ré majeur/Gavotte in D-Dur/Gavota en re mayor (J.S. Bach)
• Bourrée (J.S. Bach)

Methode deel 4 van Shinichi Suzuki voor viool (pianobegeleiding)

Deel 4 van de Suzuki-methode heeft vijf meer geavanceerde klassieke stukken voor viool.
Dit is het boek van de piano begeleidingen.

De Suzukimethode is een manier om muziek aan te leren.

Deze methode is in het midden van de 20e eeuw in Japan ontwikkeld door Shinichi Suzuki. Hij merkte op dat kinderen hun moedertaal erg vlug aanleren, met weinig kans op mislukking, door dagelijkse herhalingen en oefening. Op een vergelijkbare wijze probeerde hij ook muziek aan te leren. Zijn methode, die hij talent education noemde, berust op dit principe van natuurlijk leren. De methode benadrukt de belevenis van muziek op jonge leeftijd.

De belangrijkste onderdelen van deze leermethode zijn:

• Jong beginnen (vanaf 3 jaar).
• Veelvuldig naar muziek luisteren.
• Leren te spelen alvorens muzieknotatie te leren lezen (moedertaalmethode).
• Betrokkenheid van de ouder(s) bij de studerende kinderen.
• Een vast kernrepertoire: naast volksdeuntjes vooral stukken van Duitse barokmeesters.
• Combinatie van individuele les en groepsles.

Deze methode kan in principe op elk instrument worden aangeleerd, maar is het populairst op strijkinstrumenten (viool, altviool, cello). Andere instrumenten waarvoor Suzuki-onderwijs gevolgd kan worden, zijn dwarsfluit, piano, gitaar en blokfluit.

Een opleiding tot Suzuki viooldocent kan in Nederland worden gevolgd bij de Stichting Accademia Filarmonica te Utrecht.

Titel :

• Concerto No.2, 3rd movement (F. Seitz)
• Concerto No.5, 1st movement (F. Seitz)
• Concerto No.5, 3rd movement (F. Seitz)
• Lullaby (F. Schubert)
• Lullaby (J. Brahms)
• Concerto in a minor, 1st movement (A. Vivaldi)
• Concerto in a minor, 3rd movement (A. Vivaldi)